Jan Lauwereyns & Tomohiro Hanada
Smaakmaker bij DW B 2022 2: Tussenruimte
Wie ooit de documentaire Tokyo-Ga van Wim Wenders heeft gezien, herinnert zich misschien de grafsteen van Yasujiro Ozu, een massief marmerblok waarin de kanji 無 is uitgehouwen. Er staat gewoonlijk ook een fiesje saké bij voor de altijd dorstige geest. 無 was het motto, uitgesproken als mu, ‘het niets’ of ‘de leegte’ – een concept met een beladen geschiedenis, van boeddhisme tot de kunst van het onderhou- den van de motorfiets. Eén woord, één lettergreep, een levensfilosofie.
Nemen we Ozu’s films als Tokyo Story en An Autumn Afternoon voor bewijs- materiaal, dan zien we daarin een specifiek soort anticinema: Ozu ziet zich eigenlijk als een tofumaker die altijd maar opnieuw dezelfde film maakt, over niets bijzonders. Geen kunst, maar ambacht. Zonder ambitie, zonder boodschap. Een tegenstrijdigheid die niet klopt, want iedere nieuwe film was toch weer net iets anders dan de vorige, en mensen zagen er iets in. Blijkbaar ga je van 無 naar 無 en gebeurt daar tussen die twee leegtes iets dat zelf niet meer zomaar niets is.
Met Tomohiro Hanada geloven we dat het ongeveer tijd is om nog een kanji te leren: 間 (uitgesproken als ma, ‘tussen’ of ‘interval’), een kleine 日 (‘dag’) die in de 門 (‘poort’) verschijnt, de poort van de dag, een poort die zich opent om de dag binnen te laten. De Dagpoort, of de begrenzing van de dag (linkerluik, rechterluik, en daartussen de korte duur van het daglicht). Tomo maakte een erg prikkelende reeks foto’s onder de titel 間 – bijna kubistische illustraties van de kanji, met scherp afgelijnde duis- ternissen links en rechts van een felgekleurde fiits werkelijkheid, door- gaans met blauwe hemel en bruut beton. Het gaat om de tussenruimte.
In deze focus voor DW B zoeken we tussenruimtes op, tussen talen, culturen, geestesgesteldheden, telkens met aandacht voor het interval, waar de leegte naar voren treedt als een actieve kracht. Is het specifiek Japanse concept 間 vertaalbaar? De dichter-curator Mari Kashiwagi doet haar best om de tussenruimte te meten, terwijl Junko Kawakami vanuit een architecturaal perspectief de structuur onderzoekt. Miek Zwamborn vergelijkt de foto’s van Tomo met een spleet tussen de rotsen in de Schotse zee. Hester Knibbe reist door de gaten van de tijd en de ruimte. Yasuhiro Yotsumoto duikt in de spleet van een synaps. Nick Hannes door- breekt het zwijgen van de fotograaf. Met gefiipte verbluftheid laat Yusuke Miyake zich poëtisch onder druk zetten door de donkere energie, de machtige 間 die het heelal doet uitdijen. En Anastasiya Andreeva duikt vanuit het Russisch in een winterachtig Nederlands dat vreemd resoneert met haar herinneringen aan Sint-Petersburg. We zien steeds meer tussen- ruimtes verschijnen, als de fiits van licht tussen twee eeuwigheden van duisternis. Een hyperintensief existentialisme. Maar ook een stereo- scopie, tussen hier en daar, hebben en willen, wat er is en wat zal komen– volgens Anne Carson het bitterzoete van Eros.