Anne Louïse van den Dool - 'Bodemdrift' II

Beeld: Michel Mazzoni

Ondergroei

de mate van ondergroei wordt bepaald
door de dichtheid van het kronendak
het roept bij mij de vraag op of je mij beschermt
als een berk of een amerikaanse eik
of je bebladering zich meer laat vergelijken
met die van een zachte moeder
of een geschoffeerd kind

je koepelvorm en inplantingshoek doen mij twijfelen
in hoeverre je toegerust bent voor de taak
of je wel onderdak kunt bieden aan organismen
(zoals een mens)
(zoals ik)
je stam lijkt fragiel
topzwaarheid ligt op de loer

men zegt: van de natuur kunnen we leren
hoe een evenwicht zich herstelt
maar ik heb vragen over jouw vorderingen naar aanleiding
van de giftige grond waarin je ooit werd geplant
je wortels vervlechten zich onvoldoende met de mijne
je schoffelt te weinig paden om

ik heb een voorstel
we plaatsen je ter observatie op hydrocultuur
voortaan ontvang je alleen de hoogstnoodzakelijke voedingsstoffen
weet je je bespied door wetenschappelijke ogen
terwijl je snakt naar zuurstof
eens kijken hoe je je dan vertakt


Populatiecontrole

in de tuin treffen wij een invasieve duizendknoop
een japanse plant die met weinig moeite
asfalt optilt dijken verplaatst gebouwen omverduwt
bij activatie van de wortelstokken kan vliegensvlugge
ondergrondse horizontale uitbreiding plaatsvinden
afgraving geschiedt minstens zeven meter diep

we besluiten het even aan te kijken
de plant groeit meerdere meters per dag
als een gemene god uit een computerspel
we wachten tot de uitlopers ons bij de enkels grijpen
de stengels ons optillen tot onze ziel
een paar meter boven de grond bungelt

wachten is onverstandig zegt het tuincentrum
we moeten een plan van aanpak maken
het is belangrijk de juiste doelstelling te kiezen
(uitroeien indijken het verspreidingsrisico beperken)
daarnaast in te zetten op preventie controle nazorg

wie anderen verdringt brengt de diversiteit
van het leefgebied in gevaar
we moeten introducties vermijden
nieuwe aanwas elimineren waar mogelijk
we doen aan opperste populatiecontrole

het mag niet baten
het monster klimt op tegen de muren
ondanks kokend water geknotte takken zakken over uitlopers
inmiddels dromen we van groene handen die ons vastpakken
slangen die zich over het dak vertakken
ramen die verduisterd raken door metersdik gebladerte

er zit niets anders op dan af te wachten
het toch nog even aan te kijken
toe te zien
hoe we worden opgetild


Worteldoek

alles wat we willen
is een stabiele situatie
waarnaar we niet hoeven om te kijken
maar de bladeren vallen van de heggen
het groen spioneert tussen de tegels
takken draaien hun eigen gang

we snoeren in met touw en vervangen
het grasveld door een grindbak
maar wat opkomt laat zich lastig neerleggen
carrarawit verandert in mosgroen en
zelfs in worteldoek kieren mogelijkheden tot opkomst
zelfs wat enkel stilstaat (aardewerken potten,
houten tuinmeubilair) verliest hier haar glans

we vragen ons af of het zin heeft boos te worden
wij doen toch ook ons best onszelf presentabel te houden
we vertellen niet over die ene keer dat omwonenden
hun hoofden uit hun huizen staken, zich afvragend
waar het gejank vandaan kwam

of anders het moment waarop potten en pannen
nee we praten er liever niet over
nee we richten ons liever op het
uiterlijk vertoon

 

Lees meer poëzie van Anne Louïse van den Dool in DW B 2024-2