'Rejoindre aan de bomen' door Gave Jehaes (derde laureaat)

 

Gave Jehaes (2001) is studente cello aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en volgt daarnaast filosofie te Leuven. In haar studies en werk probeert ze het raakpunt op te zoeken waar het talige en de muziek elkaar begroeten en aanvullen. Naast haar interdisciplinaire voorstellingen (‘Mosaique’, ‘Tournée Matinee’) kent u Gave misschien ook als één van de gezichten van De Zes, de jeugdjury van de KEW, te volgen via sociale en geschreven media, Canvas en Klara.

 

 

Rejoindre aan de bomen

 

Badkamerraam:

er was een boom gestorven

geen schaduw meer voor het venster, en je kan

in naakt bovenlijf de parking van de supermarkt toezwaaien

eventueel voorzichtig juichen

niemand die het ziet.

Dan toch, in paniek hoest je een stuk long op,

je eigen missen is immers

dat van geen

ander, en alleen staan

tot iemand kijkt naar dat leven van tussen

kamers, verloren gaan om te houden

en muntjes voor tandpijn.

De boom worden en

je tong uitsteken.

 

*

 

Zij was het dove horen.

Enkel bezwerende woorden van de actrice die de tekst vergat

haar geverfd en de glimlach van leegte

me om de hals gelegd.

Toen ze vroeg haar te kussen

keek ik voor het eerst in de ogen en zag mezelf.

Ik dacht aan het verschijnsel

jezelf tegen te komen en geen dag te zeggen,

alsof je na een leven van idealisme

zelf de grap geworden bent. De puzzel bleef

na leggen onherkenbaar.

Het staarde ons aan

want er is zoveel te drinken nog en vreemd gaat ook.

Zelf de doos in kruipen

en wachten tot iemand ons weer verheft, van manifest

tot zichzelf.

 

 

*

 

Mathilde est revenue en

terwijl het raam een blauwe jas spreidt,

kalkt ze rejoindre aan de bomen, kent immers het leven, haar kringen van waal

als wachten tot de waterkoker ontploft en

het heden vandaag, ik haar enkel in mijn armen ken.

Er was de tijd van lijdend licht,

van verre vrienden, heiligen, de barman,

van ieder die je vergeten was,

als rouwen om het requiem, dat niet van Mozart is,

dat van huilen en niet toch bestaan.

Ze lacht de dichter voorbij, en geeft een zakdoek

die je niet weg kunt gooien.

De letter ‘m’ is als een Eskimovriend,

en enkel bij haar, een altijd passen in

de dag voorbij,

 

verlaat me niet.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.