Hoyyiw Ho (2001, zij/haar) is student burgerlijk ingenieur en soms kunstwetenschappen. In haar poëzie zoekt ze naar een evenwicht tussen exacte wetenschappen en kunst, graaft ze haar Hongkongse wortels op, of ontwart ze haar dagelijkse hersenknopen.
Blancheur, j'arrive
1
Met de letters op je koelkast
vorm je naast navelstreng verstekeling,
zodat je restje asperges zich verslikt
in vijfkruidenpoeder. Het laatste eendenei
breekt in twee zouten.
Je neemt een vergeelde foto van je oma
en schuift haar onder de rode e.
Ze vraagt je wat.
Met hoog opstaande kraag
tussen drie bonsais gevat;
of je hopjes kan meenemen,
die eet ze zo graag.
2
In de taxi ontdek je de smaak
van thuis die door je mond rolt,
kronkelt tussen je wangen,
sleurt haar klanken ontstemd
over je lippen,
zodat de chauffeur vraagt uit welk land je komt.
Ruikt de afstand als tabak aan je tong.
3
Blancheur, j’arrive.
Het papier is al verkleurd,
ontbreekt ruimte voor zijn woorden.
Chinese inkt in vreemde handen
slingert nieuwe logogrammen.
Hoe rimpels wegen luiden
of versregels landkaarten slaan;
je noemt het heimwee,
wetend dat het niet lang zal duren.
Je beklimt de heuvel achter oma's huis
en belooft daar een laatste keer
de cicaden thuis te brengen.
Reactie plaatsen
Reacties