Schrijven is in principe een solitaire bezigheid. De eenzame confrontatie van een individueel bewustzijn met een leeg blad papier of een leeg computerscherm. Of toch niet? Dit nummer bewijst dat er zich op dit ogenblik andere schrijfpraktijken ontwikkelen. Schrijven gebeurt blijkbaar niet (alleen) meer in de afzondering van de schrijfkamer, maar wordt met anderen gedeeld in een collectieve ruimte. De solitaire bezigheid wordt een solidaire bezigheid. Curator van dit nummer Carmien Michels maakt zelf deel uit van een ‘collectieve creatieve experimenteerruimte’: het Watlab ofwel het Writing Apart Together Laboratorium. Via korte interviews met de deelnemers aan het Watlab en hun literaire bijdragen krijgen we van dichtbij en van binnenuit zicht op de werking en op de resultaten daarvan.


Met bijdragen van Dimitri Bontenakel, Nico Boon, Tülin Erkan, Moya De Feyter, Amarylis De Gryse, Eli Elise Hoopman, Jonathan van der Horst, Carmien Michels, Terre Mulier, Sofie Palmers, Dieter De Schutter, Karlijn Sonderen Smit, Frederik Van den Stock, Runa Svetlikova, Leen Verheyen, Lotte Lola Vermeer, Paul Verrept. 


Bij deze editie:

Smaakmaker

De inleiding van Watlab. Writing Apart Together  werd geschreven door kersvers redactielid Carmien Michels.  

'Dat u met kalme tred de rijke verbeeldingswerelden van onze residenten betreedt en u uw hartenklop voelt versnellen. Dat u nieuwe stemmen ontdekt die u wilt volgen en koesteren.'

Beelden

Watlab-resident Terre Mulier tekende voor dit nummer  dynamische dialoogjes met het vogeltje Art.

 

 

 

 

Video

 

 

 

 

 

 


Nieuws

Elk verhaal begint

‘Elk verhaal begint’ is een talentontwikkelingstraject waar schrijvers binnen de genres kinder- en jeugdliteratuur, proza en podiumliteratuur twee jaar lang individueel worden begeleid door een mentor. Het traject is gratis en staat open voor startende makers van alle leeftijden.

 

Uitgeversbeschouwingen

Naar aanleiding van de overdracht in juli 2024 van Uitgeverij Vrijdag naar Pelckmans Uitgevers sprak directeur Rudy Vanschoonbeek bij de huldiging die de auteurs hem in september aanboden in galerie De Zwarte Panter enkele waarnemingen en aanbevelingen uit ten faveure van een verbeterend boekenvak en literair klimaat. 

Melopee Poëzieprijs

Maar liefst drie gedichten uit DW B dingen mee naar de Melopee Poëzieprijs.  Stem jij op 'Wat de verteller zei' van Fatena Al Ghorra, 'Kadastrale kaart' van Anne van den Dool en 'Marifoon' van Peter Vermeersch?

 

Literaire kritieken

DW B positioneert zich stevig middenin het literaire debat. Bekijk hieronder de nieuwste literaire kritieken.

Het wonder van de wonde. Over 'Dius' van Stefan Hertmans

Anton, de ik-verteller van Stefan Hertmans’ nieuwe roman Dius, doceert kunstfilosofie aan de Gentse academie, maar wordt geplaagd door zijn ‘eigen middelmatigheid’. Hij is een abstracte, academische denker die alles wil ordenen en doorgronden, terwijl hij beseft dat de kracht van kunst net in de wanordening ligt, een ‘wirwar van primitief ogende kleuren’ bij Asger Jorn, ‘een wirwar van perspectieven die elkaar uit evenwicht brachten’ bij Pontormo. De ruimte van de poëzie en de schilderkunst bestaat uit ‘bij elkaar verdwaalde voorwerpen’, die naar elkaar kruipen ‘om daar een onontwarbare massa te vormen’. Niet alleen in de ruimte is kunst een kluwen, ook in de tijd is ze een mengsel van verschillende, zelfs zogenaamd tegengestelde, periodes en fases: ‘Ik beschouwde de hele kunstgeschiedenis als één interactieve ruimte waarin alles met elkaar te maken had. Zo kon ik van een detail op een zeventiende-eeuws tafereel overspringen naar een conceptueel kunstenaar of een expressionistisch portret.’

Lees meer »

Tevergeefs zoeken naar een plek om te slapen. Over 'Ontbindende voorwaarden' van Anne Louïse van den Dool

TTegen het einde van een aflevering van de heerlijke tv-serie Madam Secretary, wordt een gedicht van Maggie Smith voorgelezen. De Secretary of State en haar team bespreken hoeveel ellende er wereldwijd is. Ze klinken verslagen. Dan haalt een van haar stafleden opeens een stukje papier uit zijn zak en leest voor hoe iemand diens kinderen probeert uit te leggen dat ondanks alles de wereld tóch een mooie plaats is:

Lees meer »

Wederzijds. Over 'De mierenkaravaan' van Mariken Heitman

Augustus, oogstmaand, de zomer loopt op z’n laatste benen, het licht neemt voelbaar af. Met de herfst in het verschiet, begint ook het literaire bedrijf aan z’n rentree. Zopas verscheen De mierenkaravaan, de derde roman van Libriswinnaar Mariken Heitman (1984). Ook het verhaal van deze roman volgt het verloop van de seizoenen en kent daarin een enigszins klassieke opbouw, maar Heitman laat de lezer tegelijkertijd ervaren dat met elke herhaling iets verschuift. Dat herhaling verandering met zich meebrengt.

Lees meer »

Een intrigerende impasse tussen leven en dood. Over 'Een week' van Jeroen Theunissen

In de zesde roman van Jeroen Theunissen, Een week, wordt het relaas van een stervende vrouw opgevoerd. Dat klinkt zwaar, maar de complexiteit van een gekozen dood, de opluchting en het verdriet, het vasthouden en loslaten, voert een intrigerende boventoon. Hoofdpersonage en verteller Liz wordt net 62 jaar wanneer ze, doodziek (uitgezaaide kanker), wil sterven. Dat doet ze op de eerste bladzijde van het boek (‘En ik zak al weg, maar leef nog’), wanneer aan het einde van de week, vrijdag vijfentwintig augustus, euthanasie plaatsvindt. Het boek springt vervolgens gedurende een week telkens één dag terug de tijd in, een interessante structuur die Gustaaf Peek in Godin, held (2016) al succesvol toepaste.

Lees meer »

Verstilde levens. Over Marieke De Marés 'Ik ga naar de schapen'

‘Ik ga naar de schapen’ is tegelijk de titel en het meest terugkerende zinnetje van Marieke De Marés tweede roman. Na haar succesvolle romandebuut Bult (2020) verkent de Vlaamse schrijfster ook in Ik ga naar de schapen in korte hoofdstukjes het menselijke leven op het platteland. Wie de vraag waarover De Marés boek gaat wil beantwoorden, moet even nadenken want er gebeurt eigenlijk niet veel en de motor van de plot lijkt zoek. We maken kennis met Simone en Andrej, een stel dat omringd door schapen een rustig maar getekend leven leidt: ‘Andrej en Simone wonen in een oud huis aan de rand van een klein dorp. Zo klein dat de rand zich heel dicht bij het midden bevindt’, waardoor ze telkens een grens oversteken. Af en toe komt hun dochter, Tove, die beeldhouwster is, langs, maar hun beste vriend Rocco, die een uitvaartcentrum runt, is nog vaker aanwezig. Ook de zieke moeder van Simone, Siti, krijgt een centrale plaats in het verhaal. De locatie is wat hen verbindt: ‘Een schapenstal. Bij benadering in het midden van een uitgestrekte weide’. 

Lees meer »